Wat leren we van het werken met kunstenaars?

Wat verbindt de meer dan 30 kunstenaars waar Art Partner mee samenwerkt?  In gesprek met onder andere Nina, Teun, Machteld, Kyra en Mattijs aan onze werktafel in Haarlem werden mooie dingen gezegd die wij graag delen.

In dienst van de vraag

De kunstenaars die met ons aan een organisatievraag werken, doen dat in afwisseling met het maken van eigen werk. Op de vraag wat ze triggert aan werken binnen organisaties en met teams, geven ze aan het prettig te vinden om soms te starten vanuit een concrete vraag in plaats van een leeg doek, vel papier of witte muur. Waar hun autonome werk volledig uit hun eigen creativiteit moet komen, is er bij onze opdrachten altijd sprake van een belang en vaak urgentie. Binnen deze context vinden kunstenaars het waardevol om hun ‘artistic skills’ zoals verbeeldingskracht, het inbrengen van andere perspectieven en kunnen omgaan met het niet-weten, in te zetten ten dienste van de organisatievraag.

(On) tastbare dimensies van de organisatie

Art Partner kunstenaars zijn meesters in het zich eigen maken van een nieuwe wereld. Zij zijn in staat om te zien, horen en ervaren wat er speelt en zich daar oordeelloos over te verwonderen. Of zoals een kunstenaar het zei: “Ik kom in een toestand waarin ik in verbinding ben met de organisatie, de mensen en de vraag.”  Dit raakt aan wat de kern is van artistieke interventies: kunstenaars die in een niet kunst-omgeving de tastbare en ontastbare dimensies kunnen aanspreken. Al onze kunstenaars werken graag op en met deze ‘onderlaag’.

Geen applaus

Art Partner selecteert haar kunstenaars nauwkeurig op hun expertise, ervaring en aanvulling op ons bestaande netwerk. Onze kunstenaars zijn dienend aan de vraag en dat betekent: geen podium of applaus maar wel een organisatie waar een verlangen is naar verandering.

Altijd maatwerk

De organisatievraagstukken waaraan wij werken zijn vaak maatschappelijke vraagstukken die impact hebben in een organisatie. En alhoewel de thematieken herkenbaar en vergelijkbaar zijn, is elke organisatie en opdracht uniek. Daarbij zoeken wij per traject naar kunstenaars of andersdenkers om ons team te versterken. Afhankelijk van de vraag en de uitkomsten van de eerste verkenning wordt de interventie, een programma of training ontwikkeld. Vooraf weten wij dan ook niet wat de precieze invulling zal zijn. Of zoals een kunstenaar het zei: “Bij mij krijg je geen Cornetto’s”. waarmee hij bedoelde dat elke interventie binnen een organisatie uniek is.


Project Kruisbestuivers: verbeeldingskracht

Project kruisbestuivers: verbeeldingskracht

Projectontwikkelaars, overheden en bouwbedrijven wilden het wel anders aanpakken, maar wisten niet hoe. Ze zagen het natuurinclusief bouwen niet voor zich, en ook niet welke voordelen dit met zich meebrengt. En wat je niet voor je ziet, kun je ook niet bouwen. Het ontbreekt veel partijen aan verbeeldingskracht. In nauwe samenwerking met een groot aantal partijen en verschillende disciplines namen wij deel aan project Kruisbestuivers. Een project dat zoekt naar oplossingen die biodivers bouwen het nieuwe normaal maakt en dat leidt tot nieuwe oplossingen. Zo ontwikkelden wij de Snelstartgids Bouwen voor biodiversiteit. Een praktische gids voor bouwers met groene ambitie, die aan de hand van een concrete workshop hun verbeeldingskracht kunnen aanwakkeren en vanuit deze kracht hun plannen kunnen maken. Plannen waarin biodiversiteit het begin is en niet de sluitpost.

In samenwerking met VolkerWessels, KWS Infra, Primum, Provincie Zuid-Holland, Naturalis, Fronteer Strategy, Nelia Booden, Emke Idema en Jetske Freeve


Zoektocht naar nieuwe rituelen

De coronapandemie brengt regels en beperkingen met zich mee voor de uitvaartsector. Dit heeft verschillende effecten op medewerkers en nabestaanden. Van pijn en verwarring door wat niet meer kan tot snel schakelen en improviseren. Van verwondering over de grotere intimiteit tijdens de kleinschalige diensten tot frustratie door een juist minder persoonlijke dienstverlening op afstand. Door in gesprek te gaan met medewerkers van DELA ontdekten we hoe corona voor een ogenblik het stramien heeft doorbroken van de vanzelfsprekende manier waarop we de dood vormgeven. Daarbij kwam behoefte aan een meer persoonlijke invulling van afscheidsrituelen bovendrijven.

Ons werd snel duidelijk dat simpelweg nieuwe rituelen ontwerpen om het ontstane gat te vullen en het ongemak te verhullen niet volstaat. De tijd waarin we leven vraagt om een transformatie van het proces en een herformulering van waarom we doen wat we doen. Vraagtekens durven zetten bij wat normaal wordt geacht. Want wat is de functie van een uitvaart? Hoe spreken rituelen tot ons? In welke tradities zijn ze verankerd? Wanneer krijgen handelingen daadwerkelijk betekenis en wanneer slaan ze de plank mis? En belangrijk: hoe komt een ritueel tot stand? We gingen niet op zoek naar nieuwe kant en klare rituelen maar naar een manier om het proces rond een uitvaart te transformeren, zodat uiteindelijk persoonlijke rituelen vervlochten kunnen worden met de praktische zaken van een uitvaart die er nu eenmaal bij horen.

Beeld: Kyra Sacks

Medewerkers van DELA werden uitgenodigd zich aan te sluiten bij dit onderzoek. Vooral bij de uitvaartverzorgers onder hen raakten de online bijeenkomsten een gevoelige snaar. Ze deelden hun ervaringen en vertelden hoe in het eerste gesprek dat zij voeren met nabestaanden in rap tempo belangrijke keuzes gemaakt worden. Hoe creëer je als uitvaartverzorger ruimte voor nabestaanden om zelf dingen in te brengen en prikkel je de verbeelding? Bijvoorbeeld over de rol van de andere aanwezigen, de gebruikte symbolen, geuren of objecten. Of over het vinden van een rode draad tijdens de uitvaart. Door aan de vaak gestelde vraag ‘wat is normaal?’ tegemoet te komen, krijgen nabestaanden houvast, maar vormt zich ook een voorspelbaar stramien waarvan het soms moeilijk losbreken is. We vroegen ons dus af: Wat als er andere vragen gesteld zouden worden? Hieruit zijn twee invalshoeken voortgevloeid waarmee uitvaartverzorgers en begeleiders zijn gaan experimenteren. Dat was even aftasten, want of deze andere vragen gesteld konden worden bleek sterk afhankelijk van de setting en chemie die ze voelden met de nabestaanden. Maar daar waar het kon, brachten ze de nieuwe vragen in, legden ze beeldkaarten die wij voor ze maakten op tafel en nodigden ze nabestaanden uit om kernwoorden te zoeken en te verzamelen.

Ondertussen zochten wij met kunstenaars Kyra Sacks, Erik Willems en Lina Issa naar de juiste rol om hen daarin te inspireren. We zijn ondersteunend geweest, niet leidend. We voelden enorme nabijheid tijdens sessies waarin persoonlijke ervaringen werden gedeeld, maar ook afstand omdat we nog niet echt hebben kunnen meekijken, meelopen en meedenken in concrete situaties. Daarbij is corona niet de enige uitdaging die uitvaartverzorgers voor hun kiezen krijgen. We realiseerden ons hoezeer hun werk balanceert tussen steun bieden en ruimte geven, tussen zowel aanwezig als onzichtbaar zijn, tussen regelwerk en stil staan, praktische ondersteuning en verdieping. Er is te midden van die hoge werkdruk behoefte aan inspiratie en verbinding en een verlangen om samen, met ons en onderling, te onderzoeken en te reflecteren en zo het palet uit te breiden.

Werken in deze sector vergt veel van medewerkers en de bron moet gevoed worden om niet op te raken. Het is daarom essentieel om met uitvaartverzorgers en andere medewerkers die verbeelding aan te blijven boren en ervaringen uit te wisselen op basis van een gemeenschappelijk doel: bewust worden van en beter worden in het begeleiden van het creatief proces rondom het vormgeven van een uitvaart. Inspiratie is een belangrijke vorm van zorg voor medewerkers. Er is meer aandacht en tijd nodig om deze nieuwe invalshoek te verkennen en verankeren om zo de harde werkelijkheid rondom een overlijden een beetje op te tillen. Want dat, denken wij, is de kracht van een betekenisvol ritueel.

Creatief team: Erik Willems, Lina Issa, Kyra Sacks, Robert Tordoir en Sandra Boer ism medewerkers van DELA.
Tekst: Kyra Sacks