Het middelpunt van de belangstelling? Dat noemden ze bij ons thuis uitslovers

Auteur: Andreas Vonder
Fotografie: Giath Taha

Na een training rijd ik in het donker terug over de A2 van Utrecht naar Amsterdam en luister naar BNR. ‘Vroeger had ik spreekangst, nu is presenteren mijn core business’, klinkt tijdens het reclameblok uit de speakers. Presentatievaardigheden maken het verschil op de werkvloer. Wie zijn of haar ideeën met impact kan overbrengen, staat 10-0 voor op mensen die dat niet kunnen. Voor spreekangst of plankenkoorts geldt dat we weten wat de aanleiding is: spreken in het openbaar. Maar wat is de oorzaak?

Lees deze blog verder op Management&Consulting


Agile feedback: de kracht van samen denken

Blog voor Management & Consulting – augustus 2018
Auteurs: Sandra Boer en Robert Tordoir i.s.m. Emke Idema en Annefleur Schep

In een vorige blog schreven wij over de feedbackmethode van DAS Theatre, de masteropleiding voor theatermakers en curatoren van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Bij deze methode is het geven van feedback een spel met heldere spelregels waardoor feedbackgevers worden gedwongen om in hoog tempo heldere en precieze feedback te geven, puur gericht op de inhoud. Een methode die onze aandacht trok en waarvan wij ons afvroegen wat organisaties ervan kunnen leren. Wij spraken Annefleur Schep, actrice, theatermaker en performer over de betekenis van deze feedbackmethode voor haar werk.

 De kracht van wat voor jou vanzelfsprekend is

Annefleur Schep: “De kracht van deze methodiek is dat het nooit persoonlijk wordt en de inhoud altijd centraal staat. De bundeling van alle kennis, alle perspectieven en verschillende invalshoeken zorgt ervoor dat je product sterker wordt. Het maakt niet uit of dat om een theaterstuk gaat, zoals bij mij, of om een voorstel waar je aan werkt, een nieuw product of een nieuwe dienst. Het is elke keer weer verbazingwekkend hoeveel de groep te bieden heeft. Door de feedback zie je de kracht van wat voor jou vanzelfsprekend is. Uiteindelijk doe je toch veel dingen onbewust. Het versterkt je idee, maar ook jezelf, als je je bewust wordt van die onbewuste kwaliteiten.

Perspectief shift

Voor mij is de feedbacksessie vaak de eerste stap naar buiten met mijn idee. Dit betekent niet dat mijn idee al af is. Integendeel. Maar ik weet wat ik wil vragen, ik kies heel bewust. Je hebt je eigen perspectief, maar nu krijg je het perspectief van al die anderen erbij. Die gebruik ik om opnieuw te kijken, nieuwe structuren te zien. Maar uiteindelijk is het mijn product. Alle feedback zorgt ervoor dat ik soms andere, maar vooral veel bewustere keuzes maak en beter kan articuleren waarom ik die keuzes maak.

Agile Feedback

Het tempo tijdens de feedbacksessies ligt hoog. Die tijdslimiet lijkt een belemmering, maar is heel prettig. Het werkt goed als er niet al teveel tijd is om na te denken. Je werkt ongeveer 2,5 uur met een groep van 12-15 mensen. Zij staan helemaal ter beschikking van jouw vraag met hun tijd, hun kennis, achtergrond, ideeën en meningen. Je krijgt dus veel input. Na afloop ligt je huis als het ware overhoop en moet je eerst opruimen. Iedereen gaat daar op een andere manier mee om. Maar ik zie bij veel collega’s wel dat het je wendbaarder maakt, flexibeler. Als ik de tijd heb, dan neem ik één opmerking per dag waar ik op reflecteer en waar ik iets mee doe. Maar als de deadline nadert dan voer ik het tempo op en probeer ik echt de kern van alle feedback te pakken om mijn idee aan te scherpen.

Team bewustzijn

Misschien wel een van de indrukwekkendste bij-effecten is de impact die de methode heeft op de groep. Als iedereen dit doet, soms feedbackgever en soms ontvanger is, dan creëer je een plek waar mensen met elkaar mee denken. Je word je veel bewuster van waar iedereen mee bezig is, waar mensen mee worstelen, welke keuzes ze maken. Je weet dus ook wat iemand nodig heeft. Mensen beginnen elkaar te ‘voeden’ met filmpjes, links, fragmenten, artikelen en contacten die je verder kunnen helpen. Het steunt me te weten waar anderen mee bezig zijn. Er zit iets stoers, iets ‘wolfpack-achtigs’ in. Dat je je meer als groep gaat bewegen, een bepaalde trots voelt, zelfs op een plek waar mensen voornamelijk met hun eigen creatieve proces bezig zijn.”

Over deze blog

In de kunstwereld worden dagelijks nieuwe werkwijzen, ideeën en concepten ontwikkeld die een bijdrage kunnen leveren aan de innovatie- en veranderkracht van organisaties. Sandra Boer en Robert Tordoir, oprichters van Art Partner, weten deze – vaak verborgen – pareltjes te ontdekken én precies te bepalen welk onderdeel van het artistieke proces interessant is voor organisaties. Zij schrijven maandelijks een blog voor Management & Consulting.

Beeld: De Beeldvormers


Feedback. Of fast forward?

Blog voor Management & Consulting – juni 2018
Auters: Sandra Boer en Robert Tordoir i.s.m. Emke Idema en Annefleur Schep

Het geven en krijgen van waardevolle feedback op nieuwe ideeën, producten of initiatieven is in veel organisaties een heikel punt. Helemaal als het in een groep plaatsvindt. De ontvanger vat het persoonlijk op, de feedback is onnauwkeurig, of de minderheid van de deelnemers voert het hoogste woord wat anderen ervan weerhoudt om ook een bijdrage te leveren. Met als gevolg veel negatieve energie, frustratie en een rem op innovatie en creativiteit. Ook DAS Theatre, de masteropleiding voor theatermakers en curatoren van de Amsterdamse Hogeschool voor de kunsten, had hiermee te maken. Omdat feedback zo essentieel is voor het theatervak en het kunstenaarschap, ontwikkelden zij in samenwerking met filosoof Karim Benammar een feedback methodiek die nu al jaren zeer succesvol wordt toegepast. Zij bewijzen dat het ook anders kan.

Het respect en de scherpte waarmee alumni van DAS Theatre over de methodiek praten, triggerden ons om het verder te onderzoeken. Wat kunnen we leren van DAS Theatre? En hoe kan ook het bedrijfsleven profiteren van ontwikkelingen in de culturele sector?

Doe het goed, of doe het niet.

Voor DAS Theatre is feedback niet iets wat je soms doet of één-op-één uitwisselt, maar is het een kernactiviteit van hun masterprogramma. Iedereen, van directie tot studenten tot medewerkers en externe betrokkenen, committeert zich aan de methodiek. De methodiek is erop gericht om het juiste  klimaat en een goede mindset te creëren voor het geven en ontvangen van feedback. Een klimaat waarin iedereen verantwoordelijkheid neemt voor elkaar. Kortom: doe het goed, of doe het niet.

Nauwkeurigheid is de sleutel tot het openen van nieuwe deuren

Het is een spel, met heldere regels, waarbij de deelnemers in hoog tempo een aantal stappen doorlopen. Deze stappen zorgen ervoor dat de feedback nauwkeurig is, en dat de ontvanger in staat is om het los van de persoon te zien. Met deze methode wordt het geven en ontvangen van feedback voor alle deelnemers een waardevol proces. Doordat zowel de facilitator als de deelnemers gedwongen en geholpen worden om heel precies en helder te formuleren, ervaren de feedback-vragers de input als een cadeau. De kracht van de groep wordt gebruikt om de vrager echt verder te helpen. Met als gevolg dat er nieuwe deuren open gaan.

Ruimte voor reflectie en verdere ontwikkeling

Emke Idema en Annefleur Schep zijn beiden alumni van DAS Theatre en facilitators van de DAS feedbackmethode. “We zijn gewend dat je als feedbackvrager vaak het gevoel hebt dat je iets terug moet zeggen. Bovendien heb je in een groep vaak een aantal mensen die veel zeggen, maar ook veel mensen die niets zeggen. Dat haal je er met deze methodiek uit”, stipt Emke Idema aan als één van de grote voordelen van de methode. Daarnaast stelt Annefleur Schep: “Als maker zie je na een feedbacksessie beter wat je materiaal is, het helpt om aan te passen. Je leert wat jouw ideeën betekenen voor andere mensen. Je denken wordt gearticuleerder en je denkwereld wordt veel groter. Zeker voor nieuwe concepten, producten en initiatieven in het bedrijfsleven zou dit een eye-opener kunnen zijn.”

Nieuwsgierig? In onze volgende blog gaan we dieper in op een paar van de werkvormen die gebruikt worden en de impact die ze hebben op de makers.

Over deze blog

In de kunstwereld worden dagelijks nieuwe werkwijzen, ideeën en concepten ontwikkeld die een bijdrage kunnen leveren aan de innovatie- en veranderkracht van organisaties. Sandra Boer en Robert Tordoir, oprichters van Art Partner, weten deze – vaak verborgen – pareltjes te ontdekken én precies te bepalen welk onderdeel van het artistieke proces interessant is voor organisaties. Zij schrijven maandelijks een blog voor Management & Consulting.

Beeld: De Beeldvormers (bron: Everybody Matters)

 


Hoe neem je, als regisseur, je team mee in je visie?

Blog www.managementenconsulting.nl – april 2018
Auteur: Sandra Boer, Robert Tordoir en Andreas Vonder

Ruim zes jaar geleden hadden we een prachtig gesprek met toneelschrijver en regisseur Andreas Vonder. We vroegen hem om ons mee te nemen in zijn proces als theatermaker. Van eerste idee tot uiteindelijke voorstelling. We namen de tijd en stonden stil bij alle elementen uit dit proces die ons verwonderden. Er was één element waar we direct op aansloegen: de eerste lezing. Hét instrument voor een regisseur om zijn hele theatergezelschap, van acteur tot lichtontwerper, mee te nemen in zijn visie op het stuk. Hoe kun je als directeur of manager profiteren van deze bewezen methodiek uit het theater?

De eerste lezing

In het theater is de eerste lezing het moment waarop iedereen voor het eerst het stuk ziet en met elkaar hardop leest. Zodat de acteurs en andere betrokkenen een beeld krijgen van de voorstelling en hun eigen rol. Dit is ook hét moment om de regisseur te bevragen. Wat is de bedoeling van het stuk? Van de rollen?  En door samen te achterhalen wat nog niet duidelijk is, te komen tot een gezamenlijk begrip van wat de essentie is van het stuk.

Van theater naar uw organisatie

U hebt samen met uw (management)team of de directie een mooie visie ontwikkeld. Maar tijdens de presentatie lijkt het wel of het verhaal niet aankomt. Wat zou er gebeuren als u de technieken van het theater gebruikt? Zodat medewerkers de essentie van de visie zelf mogen ontdekken En bevragen? Zodat het uiteindelijk ook ‘hun’ visie wordt? Het begint met het naar boven halen van de (echte) mening van medewerkers en te achterhalen welke informele verhalen er de ronde doen.

Door deze verhalen eerst te vertalen naar scènes ontstaat er een bepaalde afstand, een veilige ruimte. Binnen de fictieve setting van een geschreven scène kunnen zaken naar voren komen die normaal verborgen blijven. In scènes kunnen dingen worden uitvergroot en scherper gemaakt dan ze in werkelijkheid zijn. Maar ook ideeën en initiatieven van teams die de visie ondersteunen worden zichtbaar en zullen als inspiratie en aanjager dienen voor de rest van de organisatie.

Van eerste lezing naar regie op uw visie

Tijdens een ‘Eerste Lezing’ worden de scène(s) hardop gelezen; door collega’s, voor collega’s. Dit is een waardevol moment, want de verschillende scènes maken direct duidelijk waar elke afdeling staat ten aanzien van de visie. Op welke punten de afdelingen en teams elkaar versterken, en op welke ze elkaar verzwakken. Kortom, medewerkers ontdekken in de discussie naar aanleiding van de scènes waar de visie toe bijdraagt en hoe zij zelf kunnen bijdragen aan het verwezenlijken van de visie.

En na de eerste lezing? Dan kan het repeteren beginnen.

Beeld: De Beeldvormers


Hoe kunst de praktijk van leidinggeven vormgeeft.

Blog voor Management & Consulting – maart 2018
Auteurs: Sandra Boer & Robert Tordoir

Volledige vrijheid: ideaal?
Jacco van Uden, lector Change Management van De Haagse Hogeschool, organiseerde voor het midden- en hoger management het programma Art of Leadership en schreef een interessant artikel over de bevindingen voor het tijdschrift Waardenwerk getiteld ‘De achterkant van het werk’.

Deelnemers werden uitgenodigd om gezamenlijk en met open vizier te verkennen hoe kunst de praktijk van het leidinggeven zou kunnen vormgeven. Ze maakten kennis met diverse kunstvormen (performing arts, beeldende kunsten), spraken met verschillende betrokkenen (kunstenaars, ontwerpers, docenten, een conservator, kunsthistorici) en werden uitgenodigd om zich op uiteenlopende manieren te verhouden tot kunstpraktijken (kijken naar, spreken over, actieve deelname). De deelnemers deden tien interessante ontdekkingen:

1. Volledige vrijheid niet zo ideaal
In de ogen van kunstenaars kan een ‘ideaal’ als volledige vrijheid ook leiden tot vrijblijvendheid en ze realiseren zich dat creativiteit vaak prima gedijt bij begrenzingen en deadlines. De deelnemende leidinggevenden herkennen zich hierin.

2. Professionele ruimte
De claim van een kunstenaar dat zij werk maakt ‘waar niemand om heeft gevraagd’ en ‘waar niemand op zit te wachten’ leidt tot een uitvoerige verkenning van de door leidinggevenden ervaren spanning tussen taakstellingen enerzijds en professionele ruimte en vrijheid anderzijds.

3. Persoonlijke fascinatie als fundament voor succesvolle samenwerking
Een kunstenaar-ontwerper stelt dat persoonlijke fascinaties een stevig fundament kunnen leggen voor succesvolle samenwerkingsverbanden. Fascinatie houdt volgens de deelnemers verband met: kritische reflectie op beoordelingskaders (wie bepaalt uiteindelijk of iets goed is), opdrachtnemerschap (hoeveel ruimte heb ik in het aanpassen of zelfs teruggeven van een opdracht) en de aard van de relatie met collega’s (hoe organiseer je projectteams op basis op van gedeelde interesses).

4. Tasten, klooien en prutsen als waardevol element
Goede kunst is zelden de uitkomst van een voorspelbaar, beheerst proces. Kunst kan niet zonder een zekere omarming van onzekerheid en toeval. Het maken van kunst heeft zijn eigen (grillige) logica en ritme. De ontmoeting met kunstprocessen leidt niet alleen tot kritische bespiegelingen op de eigen managementstijl, maar voor een aantal deelnemers is de praktijk merkbaar veranderd als gevolg van de ‘inzichten’ dat het kan lonen om ‘onzekerheid op te zoeken’, dat je ‘rommel moet durven maken’ en dat structuur ook op andere dan vertrouwde manieren kan ontstaan.

5. Je hebt altijd anderen nodig
Zelfs in het geval van de ogenschijnlijk solitair opererende kunstenaar, kan de kunstpraktijk niet los worden gezien van de betrokkenheid van andere kunstenaars, van assistenten, van curatoren, van conservatoren en restauratoren, van het publiek, van opdrachtgevers, van recensenten, enzovoorts. Dat in ieder kunstwerk een zekere collectiviteit schuilt bleek een inzicht dat deelnemers aangrepen om ook in hun eigen praktijk te onderzoeken met wie en op welke wijze werk tot stand komt.

6. Rolverdeling en je eigen bijdrage
Coproductie in de kunsten werpt nieuw licht op bijvoorbeeld rolverdelingen, maar ook op (de zinnigheid van) het willen herleiden van individuele bijdragen aan gezamenlijk werk, op hoe je (het handelen van) de ander tegemoet treedt of op de eigen kwetsbaarheid bij het nemen van initiatief.

7. Dezelfde woorden, andere betekenis
Vertrouwde begrippen, concepten die in beide werelden worden gebruikt, worden door kunstprofessionals (wezenlijk) anders gebruikt en gewaardeerd dan door de leidinggevenden. Rommel, onzekerheid, toeval, fascinatie, niet-weten. Begrippen die in de kunstwereld juist als werkzame bestanddelen worden aangemerkt, als aanjagers van een creatief proces, als bronnen waaruit geput kan worden of als tegengif voor voorspelbaar, oninteressant werk.

8. Conflict of inzicht?
De praktijk van het leidinggeven is gestoeld op principes die lijken te conflicteren met wat werkt in de kunstpraktijk. Het willen vermijden van fouten, het streven naar soepele, transparante processen, het veronderstelde belang van voorspelbaarheid, de aanname dat uit aanrommelen niks goeds kan komen – het zit in de haarvaten van de praktijk van het leidinggeven: in besturingsmodellen, in de afbakening van functies en rollen, in de verwachtingen van collega’s, in IT-systemen, in de wijze van administreren, in beloningsprikkels, enzovoorts.

9. Vanzelfsprekendheden opzoeken
Ontmoeting met verschillende kunstpraktijken wordt vooral gewaardeerd om ‘de uitnodiging tot heroriëntatie’. Niet het grote gebaar van een radicaal nieuwe zienswijze, model of methode, maar een aanmoediging om, via de band van de kunst, de vanzelfsprekendheden in het eigen werk op te zoeken.

10. Opnieuw zien
Het is een kunst om datgene wat er is ‘opnieuw te zien’. Nieuwe betekenis te zoeken voor wat er al is en te werken met wat er al is. Vanuit die andere betekenisgeving kunnen nieuwe dingen ontstaan.

Over deze blog

In de kunstwereld worden dagelijks nieuwe werkwijzen, ideeën en concepten ontwikkeld die een bijdrage kunnen leveren aan de innovatie- en veranderkracht van organisaties. Sandra Boer en Robert Tordoir, oprichters van Art Partner, weten deze – vaak verborgen – pareltjes te ontdekken én precies te bepalen welk onderdeel van het artistieke proces interessant is voor organisaties. Zij schrijven maandelijks een blog voor Management & Consulting.

Beeld: De Beeldvormers